HET MILIEU IN NEDERLAND
|

|
Zoom uit totdat je op het schaalniveau van heel Nederland zit. Dit betekent dat je een kaartje hebt waarop heel Nederland zichtbaar is. |
|
Klik op de knop Voeg een laag aan de kaart toe. |
|
Kies de categorie Milieu. |
|
|
1a |
Wat is smog?
|
|
(zoek dit op als je het niet weet) |
1b |
Uit welke stoffen / gassen bestaat smog? |
<< Vorige 2/15 Volgende >>
-
|
Zet nu de kaartlaag ‘stikstofconcentratie’ weer op 100% ondoorzichtigheid. |
 |
Maak de kaartlaag van verkeer (tijdelijk) onzichtbaar.
|
|
|
1c |
Is het patroon van het verkeer (het snelwegennet) nog zichtbaar in het kaartje van de stikstofconcentratie in de lucht? Verklaar je antwoord. |
<< Vorige 4/15 Volgende >>
- |
Klik op de knop Voeg een laag aan de kaart toe. |
- |
Kies de categorie Ruimtegebruik en kies Percentage landbouw. |
- |
Wissel nu een paar keer van kaartlaag en kijk naar de patronen op de kaart. Varieer eventueel met de doorzichtigheid van de kaartlagen. |
|
|
1d |
Is het patroon van ‘het percentage landbouw’ nog zichtbaar in het kaartje van de stikstofdioxideconcentratie in de lucht? Verklaar je antwoord aan de hand van Noord-Nederland. |
<< Vorige 5/15 Volgende >>
- |
Klik op de knop Voeg een laag aan de kaart toe. |
- |
Kies de categorie Milieu en kies stikstofdepositie. |
- |
Kies ook de laag Verkeer. |
- |
Wissel nu een paar keer van kaartlaag en kijk naar de patronen op de kaart. Varieer eventueel met de doorzichtigheid van de kaartlagen. |
|
|
1e |
Is het patroon van het verkeer (het snelwegennet) nog zichtbaar in het kaartje van de depositie? Verklaar je antwoord. |
<< Vorige 6/15 Volgende >>
|
Schakel nu de kaartlaag Verkeer volledig uit. |
- |
Klik op de knop Voeg een laag aan de kaart toe. |
- |
Kies de categorie Landbouw en kies veestapel per km2 |
|
Wissel nu een paar keer van kaartlaag en kijk naar de patronen op de kaart. Varieer eventueel met de doorzichtigheid van de kaartlagen. |
|
|
1f |
Is het patroon van de veestapel per km2 nog zichtbaar in het kaartje van de stikstofdepositie? Verklaar je antwoord. |
<< Vorige 7/15 Volgende >>
- |
Klik op de knop Voeg een laag aan de kaart toe. Kies de categorie Milieu en kies ammoniak |
- |
Wissel nu een paar keer van kaartlaag en kijk naar de patronen op de kaart. |
|
|
1g |
Beoordeel onderstaande stellingen. |
I |
Er is een ruimtelijk verband tussen het voorkomen van ammoniak en stikstof depositie [juist / niet juist] |
II |
Als ergens veel bio-industrie voorkomt is er een grote kans op een flinke depositie van ammoniak [juist / niet juist] |
<< Vorige 8/15 Volgende >>
2.
|
Je
hebt gezien dat je door het inzetten van verschillende kaartlagen
ruimtelijke verbanden kunt opsporen. Nu ga je op basis van zelf gekozen
kaartlagen bepalen welke zaken ruimtelijk samenhangen en welke niet. We
doen dit aan de hand van ‘welk woord weg’. Zie volgende pagina. Om je te helpen staat soms een hint voor de categorie kaartlagen tussen haakjes. |
<< Vorige 9/15 Volgende >>
A
|
zand / hoge potentieel zure depositie (milieu) / klei (grondsoort) |
B |
Rijnmond / Friesland / hoge potentieel zure depositie |
C |
lage bevolkingsdichtheid / veel verkeer / hoge stikstofdioxideconcentratie |
D |
hoge uitstoot van zwaveldioxide / Tilburg / IJmuiden / Rijnmond / Vlissingen |
E |
hoge uitstoot van zwaveldioxide / Oost-Brabant / vermesting |
F |
percentage landbouw / verkeer / hoge bevolkingsdichtheid |
<< Vorige 10/15 Volgende >>
3.
|
Door het inzetten van verschillende kaartlagen heb je een aantal ruimtelijke verbanden opgespoord. Maak de juiste combinaties in tabel 1. |
|
Klik hieronder op het plaatje voor tabel 1. De tabel opent in een nieuw venster of tabblad.
|
|
|
|
 |
<< Vorige 11/15 Volgende >>
4 MILIEUONDERZOEK IN EIGEN OMGEVING
Je hebt nu het een en ander geleerd over de draagkracht van de aarde. Het is je duidelijk geworden dat ook in Nederland de natuurlijke kringlopen soms onder druk staan. In deze opdracht gaan we de bedreiging van jouw leefomgeving vergelijken met die van de leefomgeving van een familielid of een vakantievriendje elders in Nederland.
<< Vorige 12/15 Volgende >>
Het is de bedoeling dat je een gebied neemt wat erg verschilt van jouw eigen leefomgeving. Als je niemand in zo’n gebied kent kies voor je voor je vergelijking toch een duidelijk ander gebied. Een leerling uit Rotterdam vergelijkt zijn leefomgeving dan bijvoorbeeld met die op een waddeneiland en iemand uit een dorpje uit de Peel gaat zijn omgeving vergelijken met iemand in de Randstad of in Zeeland.
<< Vorige 13/15 Volgende >>
-
|
Zorg dat je tabel 2 op papier beschikbaar hebt. |
|
 |
4a
|
Noteer de namen van de twee gemeentes die je gaat vergelijken in de tabel. Raadpleeg eventueel de GB. |
|
|
Voor een onderzoek naar de aantasting van het milieu kun je kaarten kiezen uit de categorieën: bevolkingsdichtheid, grondsoort, ruimtegebruik, milieu en landbouw.
|
|
4b
|
Noteer de waarden die de legenda aangeeft in de tabel. |
<< Vorige 14/15 Volgende >>